Tips: Fiscaal
Tip 28: Algemeen
Er kan BTW, vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting verschuldigd zijn over het uit hoofde van een vaststellingsovereenkomst betaalde Schikkingsbedrag.
Veronderstelling voor deze leidraad is dat:
- partijen ondernemer zijn voor de BTW en onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting;
- in geval van buitenlandse rechtspersonen met een filiaal in Nederland, de vaststellingsovereenkomst betrekking heeft op een geschil aangaande het Nederlandse filiaal.
In situaties waarbij een van de partijen of beide partijen niet voldoen aan bovenstaande criteria, blijven de fiscale aspecten relevant maar is een meer tailor-made benadering vereist.
De formulering van de fiscale bepalingen is gebaseerd op de veronderstelling dat de partijen bij de onderhavige overeenkomst gelijkwaardig zijn. In de praktijk is dit niet altijd het geval en kan er voor gekozen worden om de bewoordingen scherper in te steken met een duidelijker voordeel voor een van de beide partijen. Desgewenst kunt u voor fiscale aspecten contact opnemen met Allen & Overy.
Tip 29: BTW
BTW is verschuldigd over leveringen van goederen en diensten die in Nederland door een BTW-ondernemer tegen een vergoeding worden verricht. Voor specifieke leveringen bestaan vrijstellingen. Hoewel partijen een schikkingsbedrag vaak zien als een schadevergoeding, moet er rekening mee worden gehouden dat onder omstandigheden het schikkingsbedrag voor de BTW als een vergoeding voor levering van een dienst kan worden gekwalificeerd. Of die vergoeding daadwerkelijk met BTW wordt belast, is vervolgens afhankelijk van de vraag of de levering voor de BTW ‘in Nederland’ plaatsvindt en of de levering vrijgesteld is van BTW. Bij een inbreuk op garanties in een aandelentransactie wordt het schikkingsbedrag in de overeenkomst en door de fiscus vaak gekwalificeerd als een aanpassing van de koopprijs voor de aandelen. In dat geval is de betaling in beginsel vrijgesteld van BTW.
In de praktijk onderhandelen partijen vaak over het bedrag dat ‘netto’ wordt overgehouden. In de overeenkomst wordt dan expliciet opgenomen dat over het Schikkingsbedrag geen BTW verschuldigd is - aangenomen dat dit standpunt op basis van de fiscale analyse pleitbaar is - en dat eventuele BTW voor rekening van de betalende partij is. In de praktijk wordt de BTW-behandeling in sommige gevallen vooraf aan de Belastingdienst voorgelegd om onzekerheden te voorkomen.
Indien in het kader van de vaststellingsovereenkomst over en weer leveringen worden verricht, al dan niet met gesloten beurzen, moet naar de BTW-behandeling van iedere afzonderlijke levering worden gekeken.
Specifieke aandacht moet worden besteed aan de BTW-bepaling indien een van de partijen niet in Nederland is gevestigd, geen BTW-ondernemer is, of wanneer een van de partijen een particulier is die niet als BTW-ondernemer optreedt.
Tip 30 Vennootschapsbelasting
Een rechtspersoon die onderworpen is aan vennootschapsbelasting wordt belast over al het inkomen dat die rechtspersoon ontvangt, tenzij er een specifieke vrijstelling bestaat. Er is geen algemene vrijstelling voor schadevergoedingen. Dat betekent dat schikkingsbedragen meestal aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen. Dit kan anders zijn indien er bijvoorbeeld sprake is van een terugbetaling van een deel van de koopprijs van bijvoorbeeld aandelen.
In de praktijk onderhandelen partijen vaak over het bedrag dat ‘netto’ wordt overgehouden. Het Schikkingsbedrag moet dan ‘exclusief vennootschapsbelasting’ worden overeengekomen. Om dat duidelijk te maken wordt in de overeenkomst een zogenaamde ‘bruteringsbepaling’ opgenomen. In sommige gevallen leidt het bruteren voor de betalende partij niet tot een kostenpost omdat het Schikkingsbedrag voor hem aftrekbaar is. De betalende partij zal willen bepalen dat er alleen een extra betaling volgt als de ontvangende partij daadwerkelijk vennootschapsbelasting moet betalen en bijvoorbeeld niet wanneer de ontvangende partij compenserende verliezen heeft. Dat is onderwerp van onderhandeling. Specifieke aandacht moet worden besteed aan de bruteringsbepaling indien de ontvangende partij niet in Nederland is gevestigd, of wanneer de ontvangende partij een particulier is. In dat geval moet bijvoorbeeld de term ‘vennootschapsbelasting’ worden uitgebreid of worden vervangen door ‘inkomstenbelasting.’
Vooral in internationale context is denkbaar dat er aan de kant van de betalende partij een inhouding voor een buitenlandse vennootschapsbelasting plaatsvindt. Daarom wordt in de overeenkomst vaak expliciet opgenomen dat betaling van een Schikkingsbedrag zonder inhouding moet worden verricht, behalve wanneer er een wettelijke verplichting daartoe is. Uiteraard zal de betalende partij een eventuele extra betaling alleen willen verrichten wanneer de ontvangende partij de ingehouden of afgetrokken belasting niet kan verrekenen of anderszins kan terugkrijgen (en dus uiteindelijk niet meer ontvangt dan de bedoeling was). Deze gedachte ligt besloten in onderhavige bepaling, die inhoudt dat het extra bedrag de ontvangende partij in dezelfde situatie dient te brengen als zonder de inhouding of aftrek.
Tip 31: Overdrachtsbelasting
Indien in het kader van een vaststellingsovereenkomst Nederlandse onroerende zaken worden geleverd, kan de verkrijger overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. Hier zullen partijen nadere afspraken over moeten maken. Hoewel de aan de Belastingdienst te betalen overdrachtsbelasting in beginsel verschuldigd is door de koper, staat het partijen vrij om over de kosten van de overdrachtsbelasting afspraken te maken.